FitFor55, het alomvattende wetsvoorstel van de Europese Commissie onder leiding van Frans Timmermans, vertaalt de ambitie om 55% minder broeikasgassen uit te stoten tegen 2030 in concrete acties. Voor de transportsector betekent dit ingrijpende veranderingen, waarbij de transportkost in zijn totaliteit tussen de 10% – 20% kan stijgen. Terwijl wegvervoerders nu al willen inzetten op verduurzaming, ontbreekt momenteel de technologie voor economisch haalbare koolstofneutrale vrachtwagens. Met een sector van meer dan 100.000 medewerkers is een overgangsperiode tot ten vroegste 2035 noodzakelijk zodat de Belgische transportsector ook in de toekomst minstens evenveel mensen kan tewerkstellen.
Enorme uitdaging
Met de Green Deal ambieert de Europese Unie tegen 2050 volledige klimaatneutraliteit. Initieel lag de tussentijdse doelstelling voor 2030 op 40% reductie tegenover 1990. Dit werd opgetrokken tot 55% om de haalbaarheid tegen 2050 te kunnen garanderen. FitFor55 is het wetsvoorstel dat het doel voor 2030 vertaalt in afdwingbare maatregelen. Het valt niet te verbazen dat er veel aandacht wordt besteed aan de transportsector. Terwijl het goederenvervoer over de weg op Europees niveau verantwoordelijk is voor 5% van de totale uitstoot, vallen afzienbare koolstofreducties door te voeren. Voor het Belgisch wegtransport vallen drie krachtlijnen te bemerken.
-
Het uitfaseren van de professionele diesel (vervoerders kunnen een deel van de betaalde accijns recupereren)
-
Het optrekken van de minimumaccijnzen op fossiele brandstoffen
-
Het invoeren van een alternatief ETS-systeem voor onder meer de transportsector
Een fiscale mokerslag dreigt voor de Belgische vervoerders. Het Instituut wegTransport en Logistiek België becijferde dat enkel en alleen al het wegvallen van de professionele diesel de transportkosten met 4% omhoog jagen. Met het optrekken van de minimumaccijnzen en het ETS-systeem dreigt de totale kostenstijging eerder de richting van 10% – 20% uit te gaan. Een meerkost die noodgedwongen zal worden doorgerekend aan de klant zodat op deze manier iedere schakel in het logistiek proces een bijdrage levert aan de verdere vergroening van de transportsector.
Wil tot verandering
De wil tot verduurzaming leeft bij de Belgische transporteur. 95.5% van alle voertuigen op onze wegen voldoen aan de EURO V en/of EURO VI-norm, het aantal LNG-voertuigen kent een verdubbeling tegenover 2018 terwijl de interesse voor LZV-voertuigen systematisch groeit. Dit zijn voertuigen die 30% meer goederen vervoeren, tot 15% minder brandstof gebruiken en tot 35% minder NOx en CO2 uitstoten. Met het oog op stadsdistributie bestellen markleiders nu al elektrische voertuigen. Voor lange afstanden wordt er reikhalzend uitgekeken naar waterstof. Steeds meer organiseert de wegvervoerder ook transport via het water of spoor waarbij de vrachtwagen dient als last-mile transportmiddel.
Echter, koolstofneutraal transport is nog geen business case. Een elektrische vrachtwagen kost viermaal zoveel als een voertuig aangedreven op fossiele brandstof terwijl de actieradius driemaal lager ligt. Iedere overslag van de weg naar het spoor en omgekeerd kost de vervoerder €40. Een netwerk aan laadpunten voor vrachtwagens ontbreekt nog en de technologie voor zero-emissie vrachtwagens voor langeafstandsvervoer is nog niet voorhanden. In 2030 zouden slechts één op de vijf voertuigen voor goederenvervoer op een koolstofneutrale manier worden aangedreven.
Timing
Timing wordt cruciaal voor het wegtransport. Gemiddeld gezien kent een transporteur 2.36% winst na belastingen. Tegelijkertijd stelt de volledige sector 106.783 mensen te werk en genereert het 5% van het BBP. Met het oog op de hoge tewerkstellingsgraad moet een golf van faillissementen te allen tijde vermeden worden. “Een te snelle invoering van de maatregelen betekent een verdamping van de Belgische transportsector en een verlies van minstens duizenden banen. Febetra pleit daarom voor een gefaseerde overgangsperiode die loopt tot ten vroegste 2035. Zo kan ons land onze uitstekende logistieke positie blijven benutten. En geef toe, een nationale logistieke hub zonder Belgische chauffeurs, dat smaakt wrang.” aldus Philippe Degraef, directeur Febetra.
Bron: TransportNieuws.be