Op 9 maart 2014 trad de nieuwe Gemeentelijke Havenpolitieverordening, Havenonderrichtingen en bijhorende formulieren (GHPV) in werking. Voor het eerst maken specifieke procedures voor het bunkeren van LNG deel uit van deze verordening. Met deze procedures wil het Havenbedrijf het bunkeren van LNG in de meest veilige omstandigheden laten plaatsvinden. Dit pionierswerk past in het streven van het Havenbedrijf om de haven op een duurzame manier uit te bouwen.
LNG, scheepsbrandstof voor de toekomst
Het gebruik van LNG of Liquefied Natural Gas als scheepsbrandstof is een relatief nieuwe techniek, maar is heel wat milieuvriendelijker dan de huidige dieselbrandstoffen. Vooral de uitstoot van zwavel is exponentieel lager maar ook op het vlak van andere emissies zoals NOX en fijn stof is deze brandstof een stuk performanter.
Niettegenstaande schepen energie-efficiënter zijn dan de andere klassieke transportvormen, valt de uitstoot van broeikasgassen moeilijk te rijmen met de internationale strijd tegen de opwarming van de aarde. Daarom wordt er vanaf 2015 een nieuwe IMO-regelgeving (International Maritime Organization – Marpol annex VI) van kracht voor de reductie van scheepsemissies in de ECA-zone (Emission Control Areas of gebieden met strengere controle op het gebruik van bunkerolie) waarin zowel de Noordzee, de Baltische Zee als het Kanaal vallen. De nieuwe IMO- regelgeving focust in de eerste plaats op een vermindering van het zwavelgehalte van bunkerolie/brandstoffen voor schepen. Het gebruik van LNG wordt als een van de oplossingen beschouwd om deze normen te halen.
Ontwikkeling en update van procedures
Het Gemeentelijk Havenbedrijf besliste daarom vorig jaar al om het gebruik van LNG als scheepsbrandstof niet alleen aan te moedigen maar ook te faciliteren. Aan de classificatiemaatschappij Det Norske Veritas (DNV) werd gevraagd om procedures te ontwikkelen als operationele standaard om LNG op een veilige manier als scheepsbrandstof te bunkeren. Daarnaast gingen zij ook de mogelijke risico’s na van parallelle LNG-bunkeracties in de haven.
De procedures die DNV voor de Antwerpse haven uitwerkte, werden voorgesteld aan een 50-tal stakeholders, zowel binnen de haven als internationaal. Met hun input en feedback werd rekening gehouden voor het finaliseren van die procedures. Deze zullen overigens ook ter beschikking worden gesteld van andere Europese havens die eveneens LNG willen aanbieden.
“Omdat de technologie voor LNG-bunkeren nog in de ontwikkelingsfase zit en er tijdens de implementatiefase zeker nieuwe kennis zal worden verworven, zullen de procedures voortdurend worden verfijnd en aangepast”, aldus Eddy Bruyninckx, CEO van het Havenbedrijf Antwerpen. De formulieren rond LNG in de GHPV zullen dan ook regelmatig geüpdated worden opdat de procedures steeds het antwoord bieden op de laatst gekende stand van zaken mbt de veilige bunkering van LNG.
Bouw van een LNG-bunkerschip
Na een Europese openbare aanbesteding in 2013 stelde het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen rederij Exmar aan als zijn strategische partner waarmee nauw zal worden samengewerkt voor de bouw van een LNG-bunkerschip en het daaraan voorafgaande vereiste studietraject.
Met al deze acties en beslissingen wil de Antwerpse haven haar pioniersrol op het gebied van LNG verder waarmaken.
Een schip op LNG verlaagt, in vergelijking met de klassieke scheepsbrandstof, zijn NOx emissies met 85 tot 90% en zijn emissies van SOx en fijn stof met bijna 100%. Daarnaast is er ook een significante verlaging van de CO²-uitstoot.