De Antwerpse havengemeenschap ziet in de beslissing rond de Hedwigepolder in het concept-regeerakkoord van de Nederlandse regering een belangrijke bouwsteen voor het toekomstig Scheldebeheer. Volgens het Streefbeeld uit de Langetermijnvisie 2030 zijn de Scheldehavens als trekpaard voor de welvaart ook op dat moment optimaal toegankelijk.
Om het ambitieuze streefbeeld voor 2030 te verwezenlijken, hebben Vlaanderen en Nederland de Ontwikkelingsschets 2010 opgesteld die ertoe moet leiden dat het Schelde-estuarium een gebied is dat goed beschermd wordt tegen stormvloeden, optimaal toegankelijk is voor de scheepvaart en waar de natuur kansen krijgt.
Om dit te verwezenlijken hebben Vlaanderen en Nederland in de Scheldeverdragen van 2005 afspraken gemaakt voor de uitvoering van een reeks concrete projecten op het vlak van toegankelijkheid, veiligheid en natuur. Zoals de verruiming van de vaargeul en het Intergetijdengebied Prosper-Hedwigepolder. Tussen dit breed pakket aan maatregelen werd weliswaar een bestuurlijke koppeling voorzien zonder dat dit een rechtstreeks juridisch verband impliceert. De Hedwigepolder moet dus niet onder water worden gezet voor de verdiepingswerken die tussen 2009 en eind 2010 zijn gebeurd
Voor de Antwerpse havengemeenschap is het belangrijk dat Vlaanderen en Nederland de gemaakte afspraken uitvoeren. Hierdoor ontstaat er opnieuw een klimaat van goed nabuurschap. Op het nautische terrein was dit al het geval, met bijvoorbeeld de inzet van de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit en de vele schakels in de nautische keten die er mee voor zorgen dat Antwerpen momenteel beschikt over een vaarweg die toelaat de grootste containerschepen te ontvangen.
De Scheldehavens zijn momenteel al een trekpaard voor de welvaart en het socio-economisch belang blijft zelfs in tijden van crisis groot. De toegevoegde waarde van de Scheldehavens bedroeg in 2010 circa 29,5 miljard, met een directe tewerkstelling van ongeveer 100.000 mensen. Antwerpen staat als economische motor in voor 60% van deze cijfers. Het is dus belangrijk dat ze in 2030 blijvend optimaal toegankelijk zijn.
De Antwerpse haven is steeds een loyale partner geweest bij de voorbereiding van besluitvorming, de opbouw van draagvlak en de tenuitvoerlegging van de verschillende verdragsafspraken. In het nieuwe klimaat van goed nabuurschap willen we verder werken aan de langetermijnvisie voor de Westerschelde.
Het toegankelijkheidsvraagstuk is daarbij geenszins te reduceren tot de diepte van de vaargeul, maar heeft o.m. betrekking op technisch-nautische beleidsoptimalisaties, maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van de ketenwerking en doelgerichte fysieke ingrepen, waarbij ook Zeeland Seaports en andere Nederlandse bestuurlijke actoren vragende partij zijn voor een betere toegankelijkheid van de Sloehaven.
Deze toegankelijkheid van de Westerschelde moet, meer dan nu het geval is, een prominente plaats krijgen in het uitgebreide onderzoeks- en monitoringsprogramma dat in de schoot van het bestaande verdragskader werd uitgewerkt. Meer dan vandaag het geval is moet ook het Scheldemondingsgebied nadrukkelijk betrokken worden bij de zoektocht naar innovatief Scheldebeleid dat meerdere doelen kan dienen.
Daarbij moet weliswaar zoveel mogelijk naar win-win-situaties worden gestreefd, in die zin dat mogelijke initiatieven ter bevordering van de vlotte toegang tot de Scheldehavens maximaal moeten worden onderzocht op cumulatieve voordelen inzake (o.m.) veiligheid, ecologie en recreatie.
De havengemeenschap begrijpt niet waar de boodschappen vanuit Zeeland vandaan komen “dat de haven uit is op het klei van de Hedwigepolder om dat nodig te hebben bij de heraanleg van dokken” omdat dit volstrekt onjuiste informatie is.
Eddy Bruyninckx
Gedelegeerd bestuurder
Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen
Rudi De Meyer
Afgevaardigd bestuurder
Alfaport Antwerpen