De Europese Commissie besliste om North Sea Port aan te sluiten op de spoorvrachtcorridor North Sea-Baltic. Hierdoor wordt de Noordzee verbonden met de Baltische Zee. Ze deed dit op vraag van North Sea Port. Na de ‘Rail Freight Corridor Rhine-Alpine’ (tussen het Rijnbekken en de Alpenregio) en ‘North Sea-Mediterranean’ (tussen de Noordzee en de Middellandse Zee), is dit dus de derde corridor waarop North Sea Port aansluit. Hij loopt van België en Nederland via Duitsland, Polen, Litouwen en Letland tot in Estland. De corridor koppelt in Polen ook aan de Chinese Zijderoute.
Europa ondersteunt goederenvervoer
De Europese Unie wil met de uitbouw van deze corridors het goederenvervoer via het spoor stimuleren. Dat is uiteraard goed nieuws voor de haven en de havenbedrijven. Infrastructuurprojecten op de corridor komen meestal hoger op de agenda en maken meer kans op Europese steun. Het maakt het voor verladers en spoorperatoren ook makkelijker om beter op Europees niveau mee te spelen.
North Sea Port op het spoor
Als haven zet North Sea Port flink in op goederenvervoer via het spoor. Op dit moment komt er jaarlijks 7 tot 8 miljoen ton lading binnen of buiten via het spoor. Dat is maar liefst 10% van het totale goederenvervoer tussen de haven en het achterland. Dat komt neer op 300 treinen iedere week. Het is de ambitie om dat aandeel verder uit te bouwen. Het past in de visie van North Sea Port om te verduurzamen en te vergroenen.