Augmented en Virtual Reality (AR/VR) bieden de mogelijkheid om logistieke trainingen op een efficiënte manier te organiseren. Dat blijkt uit de resultaten van het project ‘AR/VR Training for Logistics’ dat VIL uitwerkte met negen bedrijven.
De testtrainees bleken sterk overtuigd van de meerwaarde en waren zeer enthousiast over deze nieuwe manier van leren. Al is er bij het eerste gebruik van deze nieuwe technologie wel nood aan voldoende ondersteuning en gewenningstijd, vooral bij meer ervaren medewerkers. Virtual Reality creëert een kunstmatige, door een computer gegenereerde wereld. Hiervoor worden een speciale bril en apparatuur gebruikt, zoals controllers of handschoenen die de bewegingen van de handen registreren. Zo kan er via VR een training worden gegeven zonder dat er infrastructuur voor vrijgemaakt moet worden, of kunnen potentieel gevaarlijke situaties gesimuleerd worden. Bij Augmented Reality wordt er een laag informatie over de werkelijkheid heen gelegd, waardoor de grens tussen echt en virtueel vervaagt. Zo kan de trainee bijvoorbeeld ‘on the job’ door een echt magazijn wandelen en via smart glasses een digitaal instructiescherm of keuzemenu te zien krijgen.
Tot 6 keer efficiënter dan klassieke trainingen
VIL voerde praktijktesten uit bij DHL Supply Chain, NIKE ELC en Scania Parts Logistics. Omdat de testen door de coronacrisis slechts op beperkte schaal konden plaatsvinden, kan er niet eenduidig geconcludeerd worden dat AR-en VR-trainingen meer effectief zijn dat klassieke trainingen. Over de efficiëntie kan dat wel gezegd worden. Uit de metingen en bevragingen blijkt dat de trainingen even efficiënt of tot zelfs zes keer efficiënter kunnen zijn dan een klassieke training.
Een belangrijke extra troef is dat elke testpersoon ook de volledige training heeft doorlopen, wat zeker niet altijd het geval is bij traditionele trainingen waarbij alle trainees op hetzelfde moment klassikaal samenkomen.
Goede begeleiding noodzakelijk
Er kwamen tijdens het project verschillende technische en operationele aandachtspunten aan bod. Het omgaan met AR en VR kan een barrière vormen voor medewerkers die minder vertrouwd zijn met technologie. Het vraagt dan ook voldoende begeleiding bij de start en een periode van gewenning voor de trainee van start kan gaan. Ook moet er goed nagedacht worden over de taal of talen waarin de instructies worden meegedeeld.
“Op Scania zien we een meerwaarde in het gebruik van VR-technologie omdat de user participation veel groter is ten opzichte van een classroom training. We kunnen met behulp van de virtuele omgeving gebruikers in scenario’s plaatsen die anders moeilijk of niet te simuleren vallen. De gebruikers moeten wel goed begeleid worden in de gewenning aan het gebruiken van de VR-controllers en -omgeving. Verder finetunen van het VR-scenario is ook aangewezen om dit zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken. De Proof of Concept samen met VIL en de projectgroep heeft ons waardevolle informatie bijgebracht over het gebruik van AR-en VR-technologie. Beide technologieën passen perfect in Scania’s digitalisatiestrategie. We werken dan ook zowel aan een projectvoorstel om zelf te experimenteren met AR-technologie als aan een projectvoorstel om de VR-training verder uit te werken en eventueel uit te rollen in 2021”, aldus Robin Verslegers, Business Analyst bij Scania Part Logistics.
Video
Projectdeelnemers:
Atlas Copco Airpower, DHL Supply Chain, Generix Group Benelux, Kuehne + Nagel, Lanxess, Nike, Randstad Group Belgium, Scania Parts Logistics en VDAB.
Dit project wordt gesteund door VLAIO, het Agentschap Innoveren en Ondernemen.