Haven Antwerpen gaat voor grotere bereikbaarheid

Havens zijn meer dan ooit schakels in een hele supply chain. Verladers kiezen havens op basis van hun efficiëntie in de hele goederenstroom. De haven van Antwerpen beschikt over een aantal troeven die haar tot een aantrekkelijke haven maken voor verladers. Tot De Natuurlijke Aantrekkelijkheid van Antwerpen, haar DNA zeg maar, behoort haar landinwaartse ligging waardoor ze geografisch gezien bijzonder goed gelegen is nabij de productie- en consumptiecentra in het Noordwest-Europese achterland. Dat maakt dat wie voor de Antwerpse haven kiest niet alleen de duurzame kaart trekt, maar ook kiest voor een haven waar er, dankzij het achterland en de industriecluster, een sterke ladingbasis is. De aanwezigheid van een uitgebreid logistiek apparaat garandeert bovendien een hoge mate van toegevoegde waarde. Antwerpen wil zijn sterke positie verder uitbouwen door zowel voor, in als achter de haven in te zetten op een optimale bereikbaarheid zodat de haven van Antwerpen the first port of choice wordt en blijft van heel wat verladers

Totaalplan

Een bereikbare haven is na duurzaamheid het tweede thema dat wordt uitgediept uit het Totaalplan voor een meer concurrentiële haven dat in 2009 werd gelanceerd. De ambities van het Totaalplan, en dus ook van de Antwerpse havengemeenschap, waren duidelijk: het behouden en verrijken van bestaande en aantrekken van nieuwe goederenstromen over de Antwerpse haven en het versterken van de aantrekkelijkheid en bereikbaarheid van Antwerpen als vestigingsplaats voor logistieke en industriële bedrijven. De eerste realisaties van dat plan werden in 2010 en 2011 gepresenteerd tijdens een Staten-Generaal van de Antwerpse haven waarna het Totaalplan formeel werd afgesloten. Een aantal thema’s wordt sindsdien verder uitgediept in werkgroepen.

Voor de haven

Bijkomende sluiscapaciteit

Om de Antwerpse haven nautisch optimaal toegankelijk –en dus bereikbaar voor de grootste schepen- te houden, werd de voorbije jaren werk gemaakt van de Scheldeverdieping. De verdieping kwam geen dag te vroeg, want alleen al dit jaar liepen er 420 schepen met een lengte van meer dan 300 meter de Antwerpse haven aan. De vlotheid waarmee het scheepvaartverkeer de haven aanloopt, is ook het resultaat van de kwaliteit van de ketenwerking. Het haveninformatiesysteem APICS is op dat vlak al jaren een onmisbare tool. De nieuwe versie APICS 2, die in mei werd gelanceerd, werd gebouwd om proactief plannings- en beslissingsprocessen te optimaliseren. Dit veronderstelt gegevenstransparantie, wat betekent dat het systeem voortdurend en zo snel als mogelijk gevoed wordt met informatie van alle betrokken spelers in de keten. In dat opzicht is het van cruciaal belang de planning en beschikbaarheid van de loodsen[1] zo vlug mogelijk te kennen zodat een nog betere ketenwerking mogelijk wordt en een tot op heden blinde vlek kan worden ingevuld. Momenteel wordt onderzocht of Antwerpen zich ook mag klaarmaken voor de aanloop van de Triple E-klasse van Maersk, met een lengte van 400 m, een breedte van 59 m en een capaciteit van 18.000 TEU. Daarnaast zitten de werken voor de Deurganckdoksluis, de tweede sluis op de Linkerscheldeoever, goed op schema. Als alles volgens planning blijft verlopen, is de nieuwe sluis klaar om in 2016 in gebruik te worden genomen. Rekening houdend met de groeiprognoses van de haven en de huidige investeringsprojecten die een toename van de grote liquid bulk carriers met zich meebrengen, stelt er zich de komende jaren echter een acuut probleem wat sluiscapaciteit betreft op Rechteroever. In 2020 bereiken de zeesluizen samen tussen 88,96% en 104,5% van de beschikbare, commerciële capaciteit. Extra capaciteit, in de vorm van een achtste sluis, is dus broodnodig om de bereikbaarheid van de Antwerpse haven ook in de toekomst te garanderen.

In de haven

Versterken van verspreid vervoer

Antwerpen is met 1.000 kilometer spoor een van de belangrijkste spoorhavens in Europa. Omwille van haar geografische uitgestrektheid is een efficiënte organisatie van verspreid vervoer van groot belang. Verspreid vervoer is het vervoer waarbij wagons verspreid moeten opgehaald worden en gerangeerd, een activiteit die momenteel enkel door NMBS Logistics wordt uitgevoerd. “Voor de ganse haven is het essentieel dat we kunnen bouwen op een betrouwbaar concept van verspreid vervoer via het spoor. Voor de petrochemische cluster in de haven is just-in-time levering primordiaal voor het functioneren van de verschillende productievestigingen”, zegt Frans Dieryck van Essenscia, de koepelorganisatie van de chemie en de life sciences. Een deel van de oplossing ligt volgens Essenscia in het verder werk maken van de liberalisering van het spoor. “Laat Infrabel instaan voor het beheer en management van Antwerpen-Noord, hét zenuwcentrum voor verspreid vervoer in Antwerpen maar bij uitbreiding voor gans België. Zo maken we nog duidelijker dat alle operatoren welkom zijn om hun diensten aan te bieden in Antwerpen”, aldus Dieryck. Stephan Vanfraechem van Alfaport sluit zich daarbij aan en gaat nog een stap verder: “We moeten verzekerd zijn van één of meerdere operatoren die het geheel afdekken en ervoor zorgen dat elke terminal die dat wenst effectief kan bediend worden. We moeten beseffen dat cherry-picking op lange termijn niet in het belang is van onze havengemeenschap.” Maar ook het Havenbedrijf kan en wil een meer actieve rol opnemen in het verspreid vervoer. Het spreekt voor zich dat het Havenbedrijf, als havenbeheerder, er alle belang bij heeft om ervoor te zorgen dat het verspreid vervoer optimaler functioneert. Daarom zal het Havenbedrijf als neutrale partij een sturende en coördinerende rol spelen tussen de belangrijkste actoren. Ook inzake het plannen en ter beschikking stellen van de basisinfrastructuur in de haven, zal kortelings een initiatief worden opgestart rond wachtbundels, parkeerfaciliteiten voor wagons met gevaarlijke goederen en cleaning faciliteiten voor ketelwagons.

Geen bijkomende tolheffing  

Een bereikbare haven is ook een mobiele haven waar de verkeersstromen niet extra belast mogen worden. “De tol aan de Liefkenshoektunnel moet worden weggewerkt”, klinkt het daarom al langer bij de Antwerpse havengemeenschap. Zij hoopt dan ook dat de Vlaamse Regering de tolheffing zal integreren in de kilometerheffing die ze vanaf 2016 voor vrachtwagens wil invoeren. Op die manier kan een gelijke behandeling van de trafiek op beide oevers worden gerealiseerd. De Antwerpse regio zal verantwoordelijk zijn voor een kwart van de netto-inkomsten van de kilometerheffing. Deze netto-opbrengst zou  gebruikt moeten worden voor de financiering en de realisatie van de belangrijke lokale infrastructuurprojecten. De Antwerpse havengemeenschap stelt voor om de netto bijkomende opbrengsten van de in Antwerpen gegenereerde kilometerheffing te bestemmen voor de financiering en realisatie van de belangrijke lokale infrastructuurprojecten, zodat geen bijkomende tolheffingen meer noodzakelijk zijn.

Achter de haven

Pijpleidingenstraat Antwerpen-Duitsland

De bereikbaarheid van een haven als Antwerpen op een duurzame manier garanderen, gebeurt ook door het versterken van het transport via pijpleidingen. De pijpleidingenas die Antwerpen, Limburg en het Ruhrgebied in Duitsland verbindt, is een levensader voor de Antwerpse haven en de chemieclusters in Vlaanderen en Duitsland. Het versterken van deze as is van groot economisch belang voor de Antwerpse haven. De havengemeenschap is dan ook tevreden met het engagement van Vlaams minister Philippe Muyters die recent heeft verklaard dat hij, samen met het Havenbedrijf en de koepelfederaties Essencsia en Fetrapi, een terreinonderzoek wil opstarten met het oog op de nodige en toekomstige terreinreservering voor nieuwe leidingen in het Ruhr-gebied.

Bron: Persmededeling Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.