Het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) vzw stelt de resultaten voor van het collectief onderzoeksproject ‘Meten van Resilience – veerkracht in de supply chain’. Samen met acht bedrijven uit zeer diverse sectoren onderzocht het VIL hoe een onderneming zich kan wapenen tegen verstoringen in de logistieke keten.
In september vorig jaar startte het VIL samen met Connect Group, ECS, Ecu-Line, Gosselin, Nike, ODTH, SDV en Toyota met het project ‘Meten van Resilience – veerkracht in de supply chain’ met als doel de weerbaarheid van hun ketens te verhogen. Door de steeds complexere logistieke ketens groeit de kwetsbaarheid van de logistieke netwerken en de kans op verstoringen. Om met verstoringen om te gaan moeten bedrijven zorgen dat de hele keten resilient is. Supply chain resilience richt zich op het beperken van de impact van verstoringen eerder dan op het voorkomen ervan.
Het VIL onderzocht samen met deze bedrijven welke de onzekerheden in hun supply chain zijn, welke maatregelen zij kunnen/moeten treffen en hoe een bedrijf een resilient strategie kan inbedden in alle schakels van de logistieke keten. “Basis hiervoor was een beproefde assessment methodologie ontwikkeld aan de Ohio State University die we hebben aangepast aan de specifieke context van de deelnemende bedrijven. De focus ligt op de afweging van competenties en kwetsbaarheden”, verduidelijkt Kris Neyens (VIL) die het project heeft geleid.
Dankzij de deelname van bedrijven uit zeer diverse sectoren kan het VIL concrete sectoroverschrijdende aanbevelingen doen, gebaseerd op het assessment bij de deelnemers, de talloze gesprekken met stakeholders en een grondige literatuurstudie.
Volgende zeven aanbevelingen worden weerhouden:
1. Efficiënte samenwerking is een wapen tegen de kwetsbaarheidsaspecten van connectiviteit (graad van onderlinge afhankelijkheid).
2. Certificatieprogramma’s kunnen een tool zijn om zekerheden in de keten te bouwen en vertrouwen te formaliseren.
3. Naast samenwerking op operationeel niveau, moet ook op strategisch niveau worden bekeken hoe de supply chain bepaalde risico’s kan ondervangen.
4. Informatiedeling moet een reflex worden in de organisatie en moet als dusdanig in de bedrijfscultuur worden ingebakken.
5. Bedrijven moeten hun kwetsbaarheden in kaart brengen en kunnen dit doen met de methodologie die in het onderzoeksproject werd voorgesteld.
6. De follow-up van verstoringen wordt best vastgelegd in formele procedures. Verstoringen uit het verleden zijn een bron van kennis die kunnen helpen om toekomstige verstoringen te vermijden.
7. Bedrijven dienen een supply chain risk management strategie uit te werken, rekening houdend, of bij voorkeur in samenwerking met de andere partijen in de keten.
Het belang van het project wordt bevestigd door de jaarlijkse studie ‘Supply Chain Resilience’ editie 2011, uitgevoerd door The Business Continuity Insitute bij 559 bedrijven uit 62 landen. Hieruit blijkt dat niet minder dan 85 % van de respondenten een belangrijke verstoring van de supply chain hebben ervaren het afgelopen jaar. Dit resulteerde voor de helft van de respondenten in productieverlies, in bijna 40 % van de gevallen in verhoogde kosten en voor een derde van hen in verlies aan inkomsten, een stijgend aantal klachten en een schadelijk effect op de dienstverlening.
Bron: Persmededeling VIL