De transportsector is een grote factor in de uitstoot van broeikasgassen. Met de Green Deal wil de Europese Commissie tegen 2050 zorgen dat de sector 90% minder uitstoot. Een belangrijk aspect in dat plan is intermodaal transport, waarbij enkel de laatste kilometers nog over de weg lopen, en de rest zoveel mogelijk via het spoor het het water.
De Europese Rekenkamer berekende echter dat Europa nog veel te weinig resultaat boekt op dat vlak. Maar liefst 77% van de goederen wordt nog steeds via de weg vervoerd, en dat cijfer groeit nog. Er wordt eerder ingezet op vergroening, dan op intermodaliteit. En omdat de doelen op dat vlak niet bindend zijn, en nationaal vastgelegd worden, is er geen ééngemaakte strategie.
Daarnaast zijn er ook allerlei regels die intermodaal vervoer moeilijk maken. Treinchauffeurs moeten de taal spreken van het land waardoor ze rijden (en moeten dus wisselen aan de grens). Onderhoud aan het spoor gebeurt ’s nachts om het personenvervoer niet te verstoren, maar dat verstoort net het goederenvervoer.
De Rekenkamer besluit daarom ook dat het netwerk voor goederenvervoer in Europa niet klaar is voor efficiënt intermodaal vervoer. Ze stelt ook wijzigingen voor in de regels om het intermodaal vervoer concurrentiëler te maken, in plaats van het in te perken, zoals nu gebeurd.